Zwaar man, zo’n sabbatical!
Jaloerse reacties krijgt hoofdredacteur Annemarie Haverkamp als ze vertelt dat ze een sabbatical heeft. Maar zo’n verlof brengt ook stress met zich mee, beamen Radboud-medewerkers. ‘Ik vind een sabbatical geen luxe.’
Veertienhonderd woorden! Ik kom juichend thuis. Topdag gehad. Zo heerlijk productief. Als ik zo doorga, komt dat boek er wel. De dag erna volgt de kater. Ik zit op mijn schrijfplek in Millingen aan de Rijn en volg elk vrachtschip dat over de rivier voorbij glijdt. Geen fatsoenlijke zin komt uit mijn vingers. Mijn fictieve hoofdpersoon ijsbeert door mijn hoofd. Hij weet niet hoe het verder moet met hem. Ik weet het ook niet. Grommend kom ik thuis. Weer een kostbare sabbatical-dag verloren.
Vier maanden ben ik weg van de universiteit om aan een roman te werken. De moeilijkste vraag deze weken: ‘Hoe gaat het met je boek?’ Die vraag voert de druk op. Ik moet straks iets laten zien. Dat jullie niet denken dat ik maar wat loop te lanterfanten.
Calvinistisch denken
Zo denken past niet bij een sabbatical, vindt sociaal geograaf Lothar Smith. Het is te veel gericht op het product, waar tijdens een sabbatical juist het proces centraal zou moeten staan. ‘Calvinistisch’, vindt hij mijn denkwijze. Heel erg Nederlands ook, zegt de universitair docent die opgroeide in Zuid-Afrika. Maar hij herkent het wel, die neiging om iets te laten zien. Zelf is hij net terug van een verlof van drie maanden. En hij vond het helemáál niet leuk als mensen suggereerden dat hij ‘vakantie’ had. ‘Ik heb een onderzoeksvoorstel geschreven over wat ik in die drie maanden wilde bereiken. Zo legde ik verantwoording af aan de faculteit, maar ook aan mezelf.’
Smith ging naar Ghana en Zuid-Afrika om onderzoek te doen. ‘Ik had eens een professor die altijd vertelde over het veldwerk dat hij dertig jaar eerder had gedaan. Toen dacht ik: ‘zo wil ik nooit worden’.’ Zijn sabbatical vindt hij van belang om een ‘empirische band te onderhouden’ met de landen en thema’s waar hij verstand van zegt te hebben. Maar eigenlijk vindt hij zo’n periode minstens zo belangrijk om creativiteit de ruimte te geven. Als wetenschapper moet je het hebben van je vernieuwende ideeën, toch? In de waan van de dag ploppen die meestal niet op.
Op de Radboud Universiteit geven medewerkers op verschillende manieren invulling aan een sabbatical. Zo is er het onderzoekssabbatical, kun je een paar maanden werken aan een universiteit in het buitenland, word je in staat gesteld te werken aan een boek (al dan niet als resultaat van wetenschappelijk onderzoek) of maak je eindelijk die wereldreis. Of je druk voelt om iets te bewijzen, hangt deels af van het doel dat je hebt met je sabbatical.
To-dolijstjes maken
In mijn geval: die druk zou er helemaal niet hoeven te zijn. Ik heb mijn vrije dagen zelf gespaard en schrijf geen boek voor Vox. Het is mijn eigen project, waar niemand op zit te wachten. Maar toch, het besef dat een sabbatical straks weer voorbij is, draagt niet bij aan een ultiem gevoel van ontspanning.
Paul Sars nam in december 2012 acht maanden vrij om te werken aan een boek over de Duitse dichter Paul Celan. Hij was zeven jaar decaan geweest van de faculteit Letteren en ging in overleg met de nieuwe decaan eindelijk zitten voor zijn schrijfproject. Het boek lag in het verlengde van zijn onderzoek. ‘Mijn afscheid was een fantastisch feest met een concert in de aula’, herinnert hij zich. ‘Meteen daarna werd ik verkouden. De hele kerstvakantie lag ik in bed.’
Morgen begin ik aan mijn boek, dacht Sars elke dag. Hij was streng voor zichzelf, wilde niemand zien. De hoogleraar stond steeds een beetje vroeger op. ‘Mijn kinderen zeiden: ‘papa, je bent nog gekker dan toen je nog gewoon naar je werk ging’.’ Liefst bleef hij binnen, want op straat sprak een oud-collega hem aan. ‘Zo meneer Sars, hoort u niet op kantoor te zitten?’ Een schuldgevoel bekroop hem. Hij maakte dagelijks een to-dolijstje. Tot hij zichzelf to-dolijstjes van to-dolijstjes zag maken. ‘Ik merkte dat ik de draad een beetje kwijt begon te raken.’
De oud-decaan bleef ziek. Zijn hele lichaam leek te deserteren. Via huisarts en bedrijfsarts belandde hij in het ziekenhuis. Hij werd in de acht maanden van zijn sabbatical drie keer geopereerd, onder meer aan zijn darmen. Daarnaast kreeg hij de diagnose burn-out.
Achteraf kan hij het wel verklaren: ‘De laatste maanden voor mijn sabbatical waren extreem hectisch. Ik wilde dit nog afmaken en dat nog… We hebben drukke banen op de universiteit. Niet alleen ik, als decaan, maar iedereen, ook de secretaresse en de portier. We gaan maar door.’
Die ellendige mail
Herkenbaar, vindt Lothar Smith. Om zijn sabbatical te ‘verdienen’, moest hij de studiejaren ervóór honderd extra uren onderwijs geven. Met de tong op zijn schoenen begon hij aan zijn vrije periode. ‘Ik weet niet of ik het nog eens zou doen, op deze manier sparen voor een sabbatical’, zegt hij. ‘Ik vind het nogal een investering.’ Daarbij: het duurde lang voor hij los was van Nijmegen en de Radboud Universiteit. Want het feit dat je de deur achter je dicht hebt getrokken, betekent niet dat je hoofd leeg is. En die ellendige mail, die gaat natuurlijk gewoon door. ‘Dan krijg je berichtjes als ‘Lothar, ik weet dat je op sabbatical bent, maar wil je toch even…’ Daar reageer je op. Je wilt mensen niet in de steek laten.’
Ik mail met hoogleraar Anneke Smelik in New York. Eerst krijg ik een keurige afwezigheidsassistent die meldt dat mevrouw Smelik tot de zomer op onderzoeksverlof is en haar e-mail onregelmatig leest. Maar ja hoor, de hoogleraar Visuele cultuur mailt direct terug. ‘Bel me maar op mijn Amerikaanse nummer.’ Zeker, vindt ook zij, het is wel een heleboel gedoe voor je uiteindelijk kunt vertrekken. ‘Als onderzoeker heb je het altijd druk. De vorige keer dat ik op sabbatical ging, was ik zó verschrikkelijk moe.’
Smelik vindt het dan ook geen luxe, een sabbatical. Anders dan vroeger gaat de werkmail gewoon door. En de eerste maand van zo’n periode heb je sowieso nodig om klusjes af te maken, is haar ervaring. Daarna begin je pas. Momenteel is ze visiting scholar aan The Graduate Centre van CUNY, de City University of New York. Ze kijkt hoe daar onlangs een nieuwe modestudie is opgezet, doet onderzoek en legt nieuwe contacten. ‘Mijn vorige sabbaticals in Londen, Parijs en Lancaster hebben een boel opgeleverd. Ze leidden tot nieuwe boeken en conferenties. Mijn productiviteit schiet altijd omhoog na zo’n verlof. Ik heb nieuwe ideeën en kan er twee, drie jaar op teren. Heerlijk.’
Snakken naar collega’s
Zie daar de winst voor de werkgever. Sabbatical-gangers komen opgeladen terug. Vol nieuwe plannen en reflecties op hun werk. Is dat in mijn geval ook zo? Profiteert Vox (of de Radboud Universiteit) van mijn sabbatical? Ja, durf ik te zeggen. Ik ben dan wel niet heel ver weg van de universiteit – en doe stiekem ook nog wat klusjes – maar met mijn hoofd ben ik in een andere (fictieve) wereld. Ik lees me suf en krijg een andere kijk op de journalistiek. De automatische piloot is uitgeschakeld en ik moet mezelf nieuwe vaardigheden aanleren. Fictie schrijven heb ik nog nooit gedaan en haalt me gruwelijk uit mijn comfortzone. Soms is het zo erg dat ik snak naar mijn veilige redactie en naar een collega die koffie haalt en mijn stilte doorbreekt (nog meer winst voor de universiteit: ik realiseer me dat ik echt een heel toffe baan heb!)
Uiteraard is een sabbatical ook gewoon ‘leuk’. Anneke Smelik probeert elke dag naar een museum of een theater te gaan in The Big Apple. Lothar Smith vond het geweldig om weer eens door zijn geliefde Afrika te reizen. Met Paul Sars kwam het ook goed: na acht maanden ziekte en mindfulnesstraining, begon hij alsnog aan zijn boek en schreef het af. En ik? Ik zit af en toe midden op de dag in de bioscoop. Gewoon, omdat het kan. / Annemarie Haverkamp
*Mocht u zich na lezing van dit artikel afvragen: ‘Hoe gaat het met je boek?’ Dank u, het gaat goed. Er is een begin, er is een structuur en op een dag komt het af. Dit artikel schreef ik ná mijn sabbatical.
GELUK EN SABBATICALS Worden we aantoonbaar gelukkiger van een sabbatical? Ja, denkt hoogleraar Psychologie Ap Dijksterhuis. Amerikaanse onderzoeken wijzen uit van wel – in Amerika is het sabbatical veel meer ingeburgerd. ‘Je stressniveau daalt.’ Ook bij vakanties is dat het geval, maar de effecten daarvan werken minder lang door. Dijksterhuis ging er in 2010 acht maanden tussenuit. Zijn doel: ‘ongebreideld’ lezen. ‘Ik kwam in de boeken die ik las steeds uit op geluk.’ Zo kwam hij op het idee daar onderzoek naar te doen en later op het idee er een boek over te schrijven.
Ook over sabbaticals las hij veel. Zijn conclusie is dat we er te weinig aan doen in Nederland. Willen we de wetenschap creatief en geïnspireerd houden, dan kunnen we het sabbatical maar beter serieus nemen. Om op goede ideeën te komen, zijn twee voorwaarden van belang: ‘We moeten ons hoofd volstoppen met informatie. Dat kan door veel te lezen en te praten met anderen. Zo gaan we associëren. Als tweede hebben we een schoon hoofd nodig, vrij van beslommeringen en zorgen.’
Tijdens een sabbatical lukt dat. In het dagelijks leven niet. ‘In de academische wereld is steeds minder tijd voor het primaire proces.’ Het gevoel van ‘ik kan niet gemist worden’ moeten we vooral negeren, zegt Dijksterhuis. Niemand is onmisbaar. Die druk leggen we met name onszelf op. De stress die toeneemt in aanloop naar een sabbatical, is vergelijkbaar met vakantiestress. ‘Mensen zijn twee, drie weken voor hun zomervakantie vaak zo druk, dat ze zich op het randje van een burn-out bevinden als ze vertrekken.’
Zijn advies om een sabbatical enigszins relaxed in te gaan: prop geen jaar werk in een half jaar tijd. Maak een realistische planning. Dijksterhuis is vaker een paar maanden weg geweest. Ook op reis door Azië kun je prima nadenken en je hoofd schoonmaken, heeft hij ervaren. ‘En soms las ik een schrijfweek in. Dan sluit ik me op om alleen maar te lezen en te schrijven. Dat is ook een soort sabbatical.’
In 2015 verscheen van Ap Dijksterhuis het boek Op naar geluk. De psychologie van een goed leven.