‘Als de Radboud Universiteit claimt te staan voor mensenrechten, dan moet ze haar banden met Israël verbreken’
-
Demonstranten hingen in Juni 2024 een spandoek op het Erasmusplein, met daarop de eis de banden te verbreken. Foto: Johannes Fiebig
OPINIE - In de discussie rondom het opschorten van de banden met Israëlische universiteiten gebruikt het college van bestuur begrippen als ‘polarisatie’ en ‘onveiligheid’ om de focus te verleggen, stellen studenten Aya Ahlalouch en Louise Stevens. Volgens hen probeert het college de kwestie over ethische verantwoordelijkheid hiermee te vermijden. 'Al een jaar worden we opgescheept met loze oproepen tot dialoog, zonder dat er knopen worden doorgehakt.'
Als je een ongemakkelijke waarheid niet kunt ontkennen, verberg haar dan onder een dikke mist van leugens, afleidingen en bureaucratisch doodlopende wegen. De afgelopen maanden hebben universiteiten in Nederland zich van precies deze tactiek bediend. Terwijl Gaza brandt en genocide een onontkoombaar woord is geworden in het internationale debat, verzanden Nederlandse academische instellingen in loze participatieprocessen en dito adviescommissies.
Zo werd deze week bekend dat Tilburg University het advies van haar commissie die de samenwerkingsverbanden met Israël onderzocht in de wind slaat (zie kader). Terwijl er in Nijmegen ondertussen participatiebijeenkomsten worden gehouden, waarbij het onduidelijk is wat de inspraak van studenten en medewerkers precies is, behalve dat “hun argumenten niet worden meegenomen als ze niet aanwezig zijn”.
Situatie Tilburg
Tilburg University schort de banden met Israëlische instellingen (nog) niet op, schrijft Trouw. In plaats daarvan kiest ze ervoor om in gesprek te gaan met de partnerinstellingen. De Adviescommissie Samenwerkingsverbanden van de Brabantse universiteit kwam in december 2024 met een duidelijke conclusie: “Schort, binnen de juridische en bestuurlijke kaders, de onderzochte samenwerkingsactiviteiten op”.
Toch kiest het Tilburgse college van bestuur dus voor een andere aanpak. Een definitief besluit volgt pas na gesprekken met de Israëlische partneruniversiteiten. In een persbericht stelt het college dat het niet netjes is om over te gaan tot eenzijdige actie “zonder ten minste de mogelijkheid tot een uitnodiging tot een gesprek”.
De geniepige afleidingsmanoeuvre in dit proces? Het frame van ‘onveiligheid’ en ‘polarisatie’.
De feiten zijn glashelder. Universiteiten werken samen met Israëlische instellingen die actief betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen, onder andere door hun nauwe verbondenheid met het Israëlische leger, spionagediensten, de wapenindustrie, het Ministerie van Defensie en haar Research&Development-afdeling. Dit is een harde realiteit, gedocumenteerd door studentengroepen in onder andere Leiden en Nijmegen, waarbij vaak wordt verwezen naar het onderzoek en de kritische analyses van Maya Wind, die de nauwe samenwerking tussen universiteiten en de Israëlische oorlogsindustrie en het apartheidsbeleid blootlegt.
Geen ruimte voor discussie
De feiten laten geen ruimte voor discussie. Het probleem is niet of de Radboud Universiteit moet blijven samenwerken met deze instellingen, maar hoe zij het moreel en ethisch kan verantwoorden dat ze dit blijft doen.
Terwijl ook de situatie op de Westelijke Jordaanoever escaleert, ervaren pro-Palestinademonstranten in Nederland een toenemende repressie. Het afgelopen jaar zijn demonstranten onrechtmatig gearresteerd, geïntimideerd, bespioneerd en in sommige gevallen fysiek mishandeld door de politie. Deze incidenten vormen geen uitzondering, maar passen binnen een patroon van repressie dat rechtstreeks ingaat tegen het recht op protest.
‘Tegen genocide zijn staat op geen enkele manier gelijk aan antisemitisme’
Ironisch genoeg worden deze reële gevaren voor demonstranten vaak gebagatelliseerd. In plaats van het aankaarten van deze problematiek verschuift het publieke debat naar abstracte kwesties, zoals de vermeende ‘polariserende’ aard van pro-Palestinaprotesten. Ook beschuldigingen van antisemitisme worden regelmatig aangehaald, hoewel tegen genocide zijn op geen enkele manier gelijkstaat aan antisemitisme. Het frame van ‘onveiligheid’ en ‘polarisatie’ worden hiermee misbruikt om een belangrijke protestbeweging te delegitimeren.
Tegen genocide zijn is blijkbaar te radicaal, maar wegkijken van institutionele betrokkenheid is dat niet. Het doel van deze retoriek is duidelijk: niet de veiligheid van joodse studenten beschermen – wat uiteraard een legitieme zorg zou zijn – maar de kritiek op Israëlische oorlogsmisdaden neutraliseren. Door de discussie te verleggen naar ‘polarisatie’ en ‘onveiligheid’, worden fundamentele vragen over ethische verantwoordelijkheid weggemoffeld.

Als de Radboud Universiteit werkelijk voor mensenrechten staat, zou het geen controversieel statement moeten zijn om tegen genocide te zijn. Door diens nalatigheid draagt het college van bestuur (cvb) bovendien ironisch genoeg zelf bij aan polarisatie. Door niet daadkrachtig op te treden en duidelijk stelling in te nemen, creëert het juist een sfeer van onveiligheid en verdeeldheid voor álle betrokkenen.
Toch blijft het cvb liever vasthouden aan een strategie van ontwijking. Diezelfde ontwijking zagen we vorige week tijdens een Kamerdebat over de ‘veiligheid’ op universiteitscampussen. Politici riepen luid over antisemitisme maar weigerden te erkennen waar het werkelijk om gaat: het recht op protest dat niet gewaarborgd wordt, en de verantwoordelijkheid om mensenrechtenschendingen te veroordelen. De discussie wordt doelbewust afgeleid naar abstracte dreigingen en gefabriceerde angstbeelden, terwijl de eerdergenoemde onveiligheid waarmee activisten dagelijks worden geconfronteerd volledig buiten beeld wordt gelaten.
Misleiding
Als de publieke druk te hoog oploopt, schakelen universiteiten over naar hun volgende strategie: uitstelgedrag en performativiteit onder de naam van de welbekende ‘adviescommissie’. Dit klinkt democratisch en transparant, maar is in werkelijkheid niets meer dan een PR-truc om kritiek te dempen. Op de Radboud Universiteit werd na intense kritiek een commissie ingesteld om de banden met onder andere Israëlische instellingen te beoordelen. Al snel bleek dat deze commissie volstrekt machteloos was en – anders dan de commissie van Tilburg University – geen experts op het gebied van Palestina, mensenrechten of internationaal recht bevatte. Na nog meer kritiek werd een ‘participatieproces’ aangekondigd – wederom om een schijn van inclusiviteit te creëren.
‘Dialoog die nergens toe leidt, is geen dialoog – dat is een strategie van uitstel’
Door deze toneelstukken op te voeren, lijkt het alsof universiteiten zorgvuldig luisteren naar studenten, terwijl het in werkelijkheid geen enkele verandering teweegbrengt. Dat er niet eens notulen worden gedeeld van de participatiebijeenkomsten maakt duidelijk hoe vrijblijvend dit proces is.
Dit participatiecircus en de adviescommissie-performativiteit zijn een misleiding op hoog niveau. Dit werd deze week pijnlijk duidelijk toen Tilburg University aankondigde eerst ‘gesprekken te willen voeren’ met Israëlische partnerinstellingen, ondanks het duidelijke advies van haar onafhankelijke commissie om de banden met die instellingen te verbreken. Wat had moeten leiden tot een principiële breuk, verandert nu wederom in een uitstelstrategie onder de dekmantel van dialoog.
Terwijl het verbreken van de banden met Israëlische instellingen nog altijd een van de meest urgente zaken is voor de academische gemeenschap, verdwalen studenten en medewerkers in een schijnbaar eindeloos labyrint van commissies en procedures. Door inspraak voor te stellen, probeert het cvb de morele kern van de discussie effectief te begraven. Al meer dan een jaar worden er gesprekken gevoerd en wordt er vergaderd, zonder dat er knopen worden doorgehakt. Maar dialoog die nergens toe leidt, is geen dialoog – dat is een strategie van uitstel.
Misleiding heeft haar grenzen. Studenten en medewerkers kijken door de performativiteit van het cvb heen en zijn niet langer bereid zich te laten vertragen door bureaucratische spelletjes. Stakingen worden overwogen, en studenten begrijpen dat er geen tijd is voor omwegen en uitstel. De eis is simpel: als de Radboud Universiteit claimt te staan voor mensenrechten, dan moet ze haar banden met Israël verbreken.
Klaas Landsman schreef op 31 januari 2025 om 08:53
Dit artikel slaat de spijker op de kop en is wat mij betreft het beste dat tot nu toe over dit onderwerp is geschreven. Het toont aan waar de kracht ligt van een universiteit, namelijk bij haar studenten, die vorig jaar ook de meerderheid vormden van de demonstraties tegen de schokkende mensenrechtenschendingen, verwoestingen en mogelijke genocide in Gaza, en de betrokkenheid van de Israëlische universiteiten daarbij. Volgens een raming van The Lancet zal het aantal doden vanwege de Israëlische acties, direct en indirect, oplopen naar bijna 10% van de bevolking; naast het extreme geweld is ook het bewust uithongeren van de Gazanen door het blokkeren van hulp en de meest elementaire levensbehoeften, het doelbewust verwoesten van vrijwel alle ziekenhuizen enzovoort inmiddels afdoende door politiek neutrale organisaties als AI, ICC, ICJ, UNRWA, etc. en zelfs het Vaticaan gedocumenteerd. Ook de zorgvuldig na de tweede wereldoorlog opgebouwde internationale rechtsorde lijkt een wassen neus geworden en inmiddels vervangen te zijn door het meten met twee maten en het recht van de sterkste. Waarom hangt de vlag van de juridische faculteit niet inmiddels halfstok? De vraag is of onze bestuurders hier alleen maar wegkijken en vertragen of simpelweg vierkant achter Israël (blijven) staan, zoals de Nederlandse en Amerikaanse regeringen. Hoe dan ook ervaar ik een schril contrast tussen de halsstarrige weigering om ook maar iets te ondernemen tegen de medeplichtige Israëlische universiteiten en het inzetten van politie om de demonstranten te verjagen.
Student FM schreef op 31 januari 2025 om 13:32
Dit artikel slaat de spijker helemaal krom, of beter gezegd: het slaat nergens op. Er is allereerst helemaal geen genocide in Gaza. Als je respect zou hebben voor de ‘internationale rechtsorde’ is zorgvuldig gebruik van de term genocide op z’n plaats.
Ook noem je doelbewust vernietigen van allerlei gebouwen en de dood van burgers. Is het je vandaag opgevallen dat Hamas de dood van commandant Deif heeft bevestigd? Die beste meneer zat in een humanitaire zone tussen de burgers zichzelf te verstoppen. Dát zijn oorlogsmisdaden. Waarom spreekt niemand daarover? Of het showtje dat Hamas maakt van de vrijlating van gijzelaars, de martelgang die de oude meneer gisteren moest ondergaan? Waarom spreekt niemand van de demonstranten op de RU daar schande van?
De demonstranten (ik zeg niet de auteurs van dit artikel, dat weet ik namelijk niet) noemen Hamas ‘niet zulke lieverdjes’, maar als Israël gerechtvaardigde aanvallen doet is de wereld te klein en is het allemaal verschrikkelijk. Dat is meten met twee maten, kom op zeg!
Daarbij zijn Israëlische universiteiten bij uitstek de plek waar er kritiek is op het optreden van de Israëlische regering. Wellicht is het beter om die collega-wetenschappers daarin te steunen en juist met hen samen te werken? Door het verbreken van de banden wordt dat simpelweg onmogelijk gemaakt, en help je juist de gematigde stemmen om zeep.
Door in je reactie UNWRA een ‘politiek neutrale organisatie’ te noemen heb je je reactie overigens ook totaal ongeloofwaardig gemaakt. Als er al een politiek neutrale organisatie bestaat, is dat in ieder geval niet UNWRA…
In de laatste zin noem je nog de inzet van politie om ‘de demonstranten te verjagen’. Ik snap niet waar je op doelt. De politie zie je vrijwel nooit ingrijpen op de RU. De keren dat de politie heeft ingegrepen was nadat er vernielingen waren gepleegd. Ondertussen lopen groepen demonstraten wel heel leuk gemaskerd rond te roepen tot ‘globalize the intifade’ en dat soort ongezellige termen. Het is wachten op geweld tegen mensen die er anders overdenken.
Jan van Oort schreef op 3 februari 2025 om 09:43
Een dag na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Israël in 1948 werd het aangevallen door een gezamenlijk leger van z’n buurlanden met als doel het kersverse landje te vernietigen. Tot ieders verrassing won Israël die oorlog. Sindsdien, tot op de dag van vandaag, voert het een voortdurende strijd om te blijven bestaan. Omdat het een klein land is, kan die strijd alleen succesvol zijn als iedereen mee doet, dus ook, of beter gezegd JUIST de universiteiten. Daar werd b.v. de technologie ontwikkeld die Israël in staat stelt de vele tienduizenden raketten die door terreurgroepen worden afgevuurd vroegtijdig uit de lucht te schieten. Zonder deze technologie zou Israël feitelijk onbewoonbaar zijn.
Wie Israëlische universiteiten verwijt dat ze samenwerken met de regering en het leger geeft in feite een vrijbrief voor de vernietiging van Israël.
Ton Mulders schreef op 3 februari 2025 om 14:57
Recent oordeelde de rechter dat de Nederlandse overheid militaire goederen mag leveren aan Israël, mits ze maar voldoende toetst of deze alleen worden ingezet bij zelfverdediging, en niet op een wijze die tot schending van het humanitaire oorlogsrecht zou kunnen leiden (bron:https://nos.nl/artikel/2548169-geen-verbod-voor-staat-op-export-militaire-goederen-naar-israel).
Diezelfde redenering zou je ook op samenwerkingen met Israëlische Universiteiten moeten toepassen. Verbreek de banden alleen bij aantoonbare directe betrokkenheid bij schendingen van het humanitaire oorlogsrecht. Daar heb je dan ook geen commissie of participatietraject voor nodig, je kunt gewoon naar de rechter stappen.