‘Focus van universiteit op duurzaamheid is juist wetenschappelijk verantwoord’
OPINIE - De negatieve reacties op de Radboud Impact Day zijn onterecht. Het is goed dat de Radboud Universiteit de ambitie heeft om vanuit haar wetenschappelijke kerntaken bij te dragen aan het oplossen van ecologische en maatschappelijke problemen, stelt een drietal wetenschappers van het Radboud Centre for Sustainability Challenges.
De Radboud Impact Day-campagne heeft verschillende negatieve reacties opgeroepen. Maar waarom zou het verkeerd zijn om je als universiteit in te zetten voor een betere wereld? Want de wetenschappelijke inzichten zijn namelijk helder: in de afgelopen decennia is overtuigend bewijs geleverd dat klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en vervuiling ernstige problemen zijn, waarvan ieder mens de gevolgen gaat merken. De negatieve consequenties zullen buitenproportioneel terecht komen bij de armsten in de wereld.
Dit terwijl een belangrijke oorzaak van deze problemen ligt in consumptie van grote hoeveelheden energie en materialen door het rijkste deel van de mensheid. De internationale gemeenschap heeft zich in afspraken als het klimaatakkoord van Parijs, de Aichi targets (voor biodiversiteit) en de Sustainable Development Goals gecommitteerd aan het oplossen van deze problemen. De wetenschap leert ons dat hiervoor wereldwijd ingrijpende maatschappelijke transformaties nodig zijn.
‘De negatieve consequenties zullen buitenproportioneel terecht komen bij de armsten in de wereld’
Het is daarom niet vreemd dat een universiteit, waarvan verwacht wordt dat zij op basis van wetenschappelijke inzichten helpt maatschappelijke problemen te duiden en op te lossen, stelling neemt in lijn met deze feiten.
In haar opiniestuk op Voxweb en De Volkskrant stelt wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk onder meer dat ‘universiteiten de taak hebben om studenten een beroep en academische vaardigheden bij te brengen, niet om ze aan te zetten tot politieke keuzes’. Dit is een te instrumentele benadering van academisch onderwijs, maar het opleiden van studenten tot academische professionals die een zinvolle maatschappelijke rol kunnen vervullen, is inderdaad één van de taken van een universiteit. Wij zijn ervan overtuigd dat kennis van duurzaamheidsthema’s voor alumni steeds belangrijker wordt, ongeacht het vakgebied waarin ze aan de slag gaan. Kijkend naar het wetenschappelijk bewijs voor de urgente problemen en de bijbehorende internationale ambities, vinden wij het vanzelfsprekend dat de universiteit haar studenten voorbereidt op de benodigde maatschappelijke transformatie; een transformatie die zij zelf mee vorm kunnen geven.
Dit betekent dat duurzaamheidsvraagstukken in elke academische opleiding op een passende manier aan bod zullen komen. Dat stelt afgestudeerden júíst in staat om te kiezen of en hoe ze willen bijdragen aan duurzaamheidsthema’s. Daarnaast zullen mensen die de arbeidsmarkt nog gaan betreden in toenemende mate met duurzaamheidsvraagstukken moeten kunnen omgaan – of dat nu uit intrinsieke motivatie is, of niet.
‘Mensen zullen in toenemende mate met duurzaamheidsvraagstukken moeten kunnen omgaan’
De keuze om duurzaamheidsonderwijs in elke opleiding in te bedden is daarmee niet meer of minder politiek dan bijvoorbeeld aandacht voor digitalisering, of de keuze welke economische theorieën onder de aandacht gebracht worden in het – overigens vaak eenzijdige – economie-onderwijs.
Wij zijn blij dat de Radboud Universiteit de ambitie heeft om vanuit haar wetenschappelijke kerntaken bij te dragen aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke problemen. We willen niet vanuit onze ivoren toren bestuderen hoe deze problemen zich verder ontwikkelen, maar juist onderdeel zijn van de oplossing door kritische reflectie en het ontwikkelen van bruikbare kennis en inzichten.
Carlijn Hendriks, Ingrid Visseren en Ad Ragas
Coördinator en directeuren van het Radboud Centre for Sustainability Challenges