OPINIE - De universiteit moet minder wantrouwend zijn ten opzichte van studenten wat betreft het gebruik van chatprogramma ChatGPT, vindt bachelorstudent Artificial Intelligence Pepijn van Manen. ‘Kijk samen met studenten hoe ChatGPT het onderwijs voor ons allemaal kan verbeteren.’
Universiteiten, geef studenten een kans met ChatGPT. Ik weet dat het spannend is: we weten nog niet zo veel over de impact en de limieten van de technologie en, ja, veel studenten zijn intrinsiek lui en zouden het liefst zo min mogelijk moeite doen om al hun tentamens te halen. Maar onze relatie bestaat niet alleen in het opleggen van tentamens en opdrachten (universiteit) om die vervolgens met zin of tegenzin te maken (studenten).
Uiteindelijk is iedere student hier om te leren, toch? En de universiteit is er om ons te helpen met dat leren, dus het wordt hoog tijd dat we minder praten over hoe studenten ChatGPT kunnen gebruiken om vals te spelen en dat we het gaan hebben over hoe we met ChatGPT samen het onderwijs kunnen verbeteren.
Hoe ging het de vorige keer dat een nieuwe technologie het onderwijs de boel op zijn kop zette? Ik kan me voorstellen dat er een vergelijkbare oude garde aan professoren was die het twintig jaar geleden schandalig vond dat studenten Google gingen gebruiken voor hun onderzoek. Die ‘Dat hele internet is niet betrouwbaar’ riepen, of ‘Je leert het pas echt als je met je neus in de fysieke archieven van de UB duikt, anders heb je niet genoeg moeite gedaan om je diploma te verdienen!’ Ondertussen is het normaal en acceptabel geworden dat studenten zelfs in het werkcollege hun vragen op Google opzoeken.
‘Bij de studie natuurkunde maken studenten al gebruik van een superrekenmachine’
Ook bij studies als natuurkunde is er al lang iets vergelijkbaars gaande: hier maken studenten gebruik van Wolfram Alpha, een soort superrekenmachine/database die door de makers zelf gezien wordt als het computationele equivalent van ChatGPT. Hoewel Wolfram Alpha in theorie kant-en-klare natuurkunde-opdrachten zou kunnen oplossen, maken studenten hier nauwelijks gebruik van. Wel wordt het ingezet om te experimenteren met de theorieën die ze in de les hebben geleerd, om berekeningen na te kijken en om het saaie, makkelijke rekenwerk te doen. Kortom: om studenten te helpen de moeilijke leerstof waar ze op dat moment mee bezig zijn sneller te begrijpen.
Blank page syndrome
Bij ChatGPT is het essay het veelbesproken onderwerp, en dan specifiek de angst dat studenten hun essays door het programma zullen laten schrijven. Ik kan je vertellen dat ik dat sowieso niet doe: in de eerste plaats omdat alles er momenteel op wijst dat het erg makkelijk is om het werk van ChatGPT met een plagiaatdetector-achtig programma te herkennen. In de tweede plaats omdat essays van ChatGPT eigenlijk zo wollig en genuanceerd zijn dat ze een supersaai resultaat opleveren.
Wel gebruik ik ChatGPT als hulpmiddel en als ‘personal assistant’: ik ga in gesprek met het programma en kan hierdoor op een interactieve manier brainstormen – hiermee is het een wondermiddel om blank page syndrome te bestrijden en mij op weg te helpen. Ook laat ik het termen uitleggen uit het hoorcollege, tegenargumenten geven op mijn eigen redeneringen, relevante auteurs en essays voorstellen voor verder onderzoek. En ja, ik gebruik het ook om concreet werk te doen waar ik zelf geen zin in heb. Zo is ChatGPT geweldig om het een abstract te laten schrijven van je paper of om ideeën die je al puntsgewijs had opgeschreven om te zetten in nette volzinnen. En beleefde mailtjes naar professoren waarin ik om uitstel vraag voor een deadline komen zeker niet meer van mezelf: die mag de AI gewoon lekker voor me maken.
Einstein en Lovelace
Deze technologie heeft echter nog veel meer potentie om revolutionair te zijn: zo merk ik dat het praten met een expertprogramma een unieke, interactieve en daarmee bijzonder engagerende manier is om leerstof te verwerken. In de toekomst zou dit zich kunnen ontwikkelen in een persoonlijke digitale tutor die je tijdens je hele onderwijstraject volgt, je kennis kan testen en je uit kan dagen met persoonlijke opdrachten – een vergelijkbare vorm van onderwijs als wat geprivilegieerde genieën als natuurkundige Albert Einstein en wiskundige Ada Lovelace in het verleden hebben genoten.
‘ChatGPT is onmenselijk goed in het samenvatten en verwerken van tekst’
Doordat ChatGPT zo onmenselijk goed is in het samenvatten en verwerken van tekst ontstaan er bovendien talloze interessante mogelijkheden: zo zou je het automatisch samenvattingen kunnen laten maken op basis van transcripties van je hoorcolleges. Die zou je vervolgens om kunnen laten zetten in flashcards met de leerstof van de afgelopen week, die je iedere ochtend met een app in de stijl van Duolingo herhaalt.
In deze potentiële mogelijkheden zit echter ook een risico voor ons onderwijssysteem: wat als deze sciencefiction-Duolingo alleen voor een hoge prijs op de particuliere markt verschijnt? Dan zouden enkel studenten die het kunnen betalen toegang kunnen krijgen tot deze efficiënte technieken, met meer ongelijkheid in het onderwijs als resultaat. Daarom zou je eigenlijk willen dat universiteiten doelgericht en met het oog op de toekomst durfinvesteringen gaan maken in deze leertechnieken, opdat ze niet al te hard ingehaald worden door commerciële alternatieven.
Rekenmachientje
Universiteiten, maak niet dezelfde fout als onze wiskundeleraren op de basisschool, toen ze ons vertelden dat we ‘later toch niet altijd een rekenmachientje op zak zouden hebben’ en ons daarom oplegden om alles op de ouderwetse manier te blijven doen. De afloop van dit verhaal is bekend: we lopen inmiddels allemaal met een rekenmachientje op zak rond. Ook GPT lijkt here to stay: in de toekomst zullen we deze technologie wellicht in een vorm blijven gebruiken om ons te helpen met ons werk. Door GPT vroeg te integreren in het onderwijs bereid je studenten dus enkel beter voor op de arbeidsmarkt.
Nog steeds doen jullie soms schoorvoetend tegenover andere informatie-innovaties die het dagelijks leven van studenten vormgeven, zoals Wikipedia en YouTube (ik vind het nog steeds verwonderlijk dat leraren zo boos worden als ik niet kom opdagen voor hun hoorcollege, alsof er op YouTube niet een veel betere uitleg staat van Bayesiaanse statistiek dan zij in twee uur kunnen geven). Maar pak het dit keer met een blik op de toekomst beter aan, en kijk samen met studenten hoe ChatGPT het onderwijs voor ons allemaal kan verbeteren.
Anco Peeters schreef op 2 februari 2023 om 12:20
Top om te zien dat onze studenten het debat opzoeken. Een kritische blik is iets wat wij in onze opleiding centraal stellen en wat wij willen meegeven aan (toekomstig) experts op het gebied van kunstmatige intelligentie. Toch wil ik namens de afdeling KI wat punten ter reflectie meegeven.
Allereerst is het goed om te beseffen dat het gebruik van taalmodellen of Large Language Models zoals ChatGPT zich niet in een vacuum bevindt, maar onderdeel is van een bredere maatschappelijke context. In die context spelen bijvoorbeeld het – zonder toestemming en bronvermelding – gebruiken van door anderen geschreven materiaal in het trainen van de dataset waar GPT op draait, en het potentiëel versterken van schadelijke stereotyperingen over gender, etniciteit en andere zaken. Het aanmoedigen van het gebruik van ChatGPT specifiek, kan gezien worden als het impliciet ondersteunen van deze programmeerkeuzes. Dat is iets waar we niet zomaar aan voorbij mogen gaan, maar waar we samen het debat over moeten voeren. Goed startpunt hiervoor is de overzichtspagina die collega Iris van Rooij over dit onderwerp bijhoudt (https://irisvanrooijcogsci.com/2023/01/29/critical-lenses-on-ai/).
Gerelateerd hieraan is de aanname dat GPT “here is to stay”. Zelfs als dat waar zou zijn, is het taalmodel van bedrijf OpenAI niet het enige alternatief. Natuurlijk draagt OpenAI graag uit alsof dit zo is, maar die keuze is niet aan hen maar aan ons. Het zou goed zijn om, bijvoorbeeld als Europese Unie, een open alternatief te ontwikkelen. Want de potentie van taalmodellen als GPT is er. Zoals Pepijn aangeeft, kun je ze inzetten voor het vragen van feedback of het stellen van vragen over de stof. Interessant is de analogie met de rekenmachine die hij en anderen maken. Daarbij wordt wel vaak vergeten dat docenten die rekenmachine pas tevoorschijn laten komen als een student de basisregels onder de knie heeft: pas als je het een paar keer zelf gedaan hebt, begrijp je pas wat er mis gaat als je het domme rekenwerk uitbesteedt aan de rekenmachine er niet uitkomt wat je verwacht. Bovendien weten we bij rekenmachines precies welke uitvoer hoort bij welke invoer: modellen als GPT zijn lang zo doorzichtig niet.
Dit is meteen een belangrijke taak voor (toekomstige) KI-experts: duidelijk maken wat taalmodellen als GPT kunnen, maar vooral ook wat ze niet kunnen. ChatGPT kraamt met hetzelfde gemak feitelijke onjuistheden als feitelijke juistheden uit, want het heeft geen begrip van de teksten die het genereert. De ‘expert-paradox’ die ik hiervoor bij de rekenmachine schetste treedt dus ook hier op: eigenlijk kun je GPT pas inzetten als je al expert bent op het gebied waarover je het ondervraagt. Zelf zou ik er overigens niet voor kiezen om mijn emails naar studenten door een algoritme te laten generen, omdat ik het als docent belangrijk vind om studenten te benaderen als personen en niet als studentnummers.
Om deze en aanverwante zaken goed te onderzoeken, hebben we als afdeling besloten om het komende semester een onderzoeksseminar te organiseren voor stafleden en masterstudenten van de opleiding. Studenten die net als Pepijn bevangen zijn door het potentiëel en/of de beperkingen van ChatGPT zijn van harte uitgenodigd om hieraan mee te doen (voor contact: [email protected]).
Anco Peeters
(Met dank aan Johan Kwisthout voor feedback.)
L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 12 februari 2023 om 19:58
Wie niet een beetje kan hoofdrekenen is niet in staat om in te schatten of de uitkomst van de machine (door invoer-/fomulefouten) of excel wellicht een paar ordegroottes mis zit.
Dus leuk: google (scholar), AI in allerlei vormen, maar eerst wat ‘DoeHetZelven’ blijft m.i. onontbeerlijk.