Opinie

‘Rectoren spraken wel met elkaar, maar niet met de gemeenschap die ze vertegenwoordigen’

10 jun 2024

INGEZONDEN - De pro-Palestina demonstraties confronteren universitaire bestuurders met een probleem dat ze al decennia niet hebben opgelost: het gebrek aan democratische legitimiteit. Dat schrijft hoogleraar Nederlands en Academische Communicatie Marc van Oostendorp. 'In deze moeilijke tijden hebben de bestuurders kennelijk steun gezocht bij elkaar, niet bij de gemeenschap die ze eigenlijk moeten vertegenwoordigen.'

Het kan niet gemakkelijk zijn om een Nederlandse universiteit te besturen in deze dagen. Dat blijkt wat mij betreft uit de brief in Trouw van vrijdag die ondertekend is door de gezamenlijke rectoren. De campussen zijn in de hele westerse wereld voor het eerst sinds decennia bezet door studenten – zij eisen dat de universiteit de banden met Israëlische tegenhangers doorbreekt zolang de oorlog in Gaza duurt – en tegelijkertijd is er een regeerakkoord waarin een ongekende bezuiniging staat aangekondigd op de universiteiten – het soort bezuiniging waarvoor je een grote universiteit als de UvA of Utrecht zou moeten sluiten, of anders twee kleintjes, zoals Rotterdam en Tilburg.

Maar de bestuurders worden nu geconfronteerd met een probleem dat ze al decennia niet hebben opgelost: het gebrek aan democratische legitimiteit. In veel andere landen wordt het universitair bestuur gekozen door de universitaire gemeenschap – die soms wel en soms niet de studenten omvat, maar waar in ieder geval een groep een stem in heeft. In Nederland worden universitaire bestuurders benoemd door nog iets hogere bestuurders, na procedures die in het beste geval lijken op een sollicitatieprocedure (‘wat maakt u geschikt voor deze organisatie?’) maar vaak ondoorzichtiger zijn dan dat.

Heilig

Wie moet besturen zonder democratische legitimiteit heeft allerlei problemen. Het is bijvoorbeeld in dat geval heel verleidelijk om bij belangrijke beslissingen omhoog te kijken, en niet naar beneden: naar het ministerie en niet naar de werkvloer. Vaak weet je zelfs nauwelijks wat er onder je mensen leeft. Een gekozen bestuurder moet wel af en toe nadenken over wat de mensen die hij bestuurt willen – hij wil immers opnieuw gekozen worden. – en houdt daarom een logischer band. Een niet-gekozen bestuurder, ook als die van goede wil is (en ik ken best veel van de bestuurders, ik denk dat ze dat in doorsnee zijn), opereert in het duister.

Je ziet dat goed aan de brief die de gezamenlijke rectores van de Nederlandse universiteiten afgelopen weekend in Trouw plaatsten. Het is een brief naar aanleiding van de protesten van medewerkers en studenten tegen de banden die de universiteiten hebben met zusterinstellingen in Israël. In deze moeilijke tijden hebben de bestuurders kennelijk steun gezocht bij elkaar, niet bij de gemeenschap die ze eigenlijk moeten vertegenwoordigen. Op de campussen zijn er bij mijn weten geen discussies gevoerd over deze belangrijke kwestie . Ik zou in ieder geval niet durven zeggen wat mijn collega’s in doorsnee nu eigenlijk vinden, en ik ben zeer geïnteresseerd in deze kwestie.

De rectoren spraken wél met elkaar. Ze zijn daarbij op een standpunt uitgekomen dat hun baas, de minister, toevallig of niet ruim een week eerder verwoordde in een Kamerbrief: de banden met Israëlische instellingen zullen niet verbroken worden. Want de academische vrijheid is heilig.

Nooit

Het is in dit geval een standpunt dat ik deel, maar dat maakt dit ingezonden stuk niet minder ongelukkig. Hier zijn bestuurders aan het woord die zijn aangesteld door hogerhand, en die verkondigen dat wat hogerhand zegt toevallig ook de wens van ‘de wetenschap’ is. Het standpunt van degenen die wel om een boycot vragen is, hoewel ik het niet precies deel, volgens mij ook legitiem, maar de rectoren doen in hun brief niet eens de moeite om er op in te gaan, het met argumenten te weerleggen – feitelijk doen ze die af als een misschien begrijpelijke emotie, maar wel een waar nu eenmaal hun stem, die ze presenteren als de stem van de wetenschap, tegenover staat.

De meest pijnlijke zin van de brief is deze:

“Sowieso zullen wij nooit banden met een heel land verbreken. Dit overwegen wij enkel als de Rijksoverheid ons dit dwingend oplegt of adviseert, zoals bij Rusland het geval was.”

Met andere woorden: de academische vrijheid kan kennelijk wel worden opgegeven als de Rijksoverheid – de baas – erom vraagt, nooit als de eigen gemeenschap erom vraagt. Nooit. En bovendien: dat ‘overwegen’ van het ‘advies’ van de Rijksoverheid ging de vorige keer razendsnel. Binnen een paar dagen na de inval van Oekraïne hadden alle universiteiten een boycot ingesteld.

Niet gerust

Het is dus niet de wetenschappelijke gemeenschap die bepaalt wat academische vrijheid is – die gemeenschap mag nu in een krant lezen wat de bazen ervan vinden. De vrijheid wordt bepaald door de baas. Zoals die nu in Nijmegen eenzijdig bepaalt dat het recht van demonstrerende studenten ernstig wordt beknot. Nogmaals: ik deel het standpunt van de studenten niet; maar ik vind het heel ernstig dat hun demonstratierecht zo drastisch wordt ingeperkt.

Het wekt allemaal weinig vertrouwen voor de komende jaren. Wat gaat er gebeuren nu de nieuwe machthebbers vinden dat allerlei onderzoek bij voorbaat woke onzin is, of in ieder geval geen nut heeft, of in ieder geval dingen verkondigt die Caroline van der Plas zo niet op de lagere school heeft geleerd? En dat er sowieso best vele honderden miljoenen weg kunnen? Gaat het bestuur dan ook pal staan voor de vrijheid van onderzoek, of laat het deze opnieuw beperken door wat de Rijksoverheid ‘oplegt of adviseert’?

Ik ben er niet gerust op.

Deze bijdrage van Marc van Oostendorp verscheen eerder op neerlandisitiek.

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

3 reacties

  1. Medewerker schreef op 10 juni 2024 om 11:38

    Als ik even mag reageren op de opmerking dat ‘demonstratierecht zo drastisch wordt ingeperkt’. Mijn mening is en blijft toch wel dat ze het er zelf naar gemaakt hebben.
    Als ze op een normale manier hadden gedemonstreerd zonder de bestormingen en de vernielingen, was er weinig aan de hand geweest. Ook ik heb ik het verleden demonstratie/protestmarsen gelopen. Maar we bleven van andermans spullen af en we bekliederden of vernielden niks.

  2. universitair docent schreef op 10 juni 2024 om 11:47

    Dank u wel voor dit betoog, dat een kristalhelder licht laat schijnen over de dystoptische, beangstigende situatie waar we in zijn beland. Ik schaam me sinds zaterdag om werknemer te zijn aan deze universiteit, en zit in een identiteitscrisis over wat het nog betekent om wetenschapper in Nederland te zijn. Deze brief analyseert haarfijn waarom de opstelling van het CvB zo ontzettend veel pijn doet.

  3. Dorian Schaap schreef op 10 juni 2024 om 13:32

    Het CvB gaat wel degelijk ‘in gesprek’ met de gemeenschap die zij vertegenwoordigt, niet in het minst door overleg met de medezeggenschap. Een terechte vraag is denk ik wel wat dat concreet oplevert of betekent–rechten van de medezeggenschap zijn zeer beperkt. Binnen de medezeggenschap bestaat over dit thema trouwens dezelfde diversiteit aan opvattingen als binnen de academische gemeenschap in z’n geheel, dus democratische legitimiteit betekent in ieder geval bij dit dossier niet automatisch draagvlak voor wat voor beslissing dan ook.

    Problematischer is het thema dat deze brief ook aansnijdt, namelijk dat wie betaalt bepaalt. En dat is niet de academische gemeenschap. Het vereist inderdaad een sterke bestuurder die tegengas durft te geven tegen politiek en ministerie.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!