‘Waarom is het voor bepaalde groepen zo moeilijk om hoogleraar te worden?’
OPINIE - Hoeveel vrouwelijke wetenschappelijke supersterren kunnen Nederlandse universiteiten zich veroorloven te verliezen? Dat vraagt universitair docent en socioloog Bas Hofstra zich af na het vertrek van planeetonderzoeker Daphne Stam aan de TU Delft wegens een doorgedreven machocultuur. 'Waarom zijn bepaalde groepen nog steeds zo ondervertegenwoordigd in belangrijke academische posities?'
‘Prominente planeetonderzoeker loopt aan tegen machocultuur en vertrekt bij TU Delft‘, kopte de Volkskrant vorige week. Daphne Stam heeft meer dan 250 publicaties op haar naam, heeft prestigieuze Veni- en Vidi-beurzen ontvangen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), spreekt veelvuldig over wetenschap in tal van media, en was direct betrokken bij een aantal ruimtemissies. En, een verbazingwekkend gegeven, ze is geen hoogleraar.
Als je het rijtje verworvenheden onder elkaar ziet lijkt dat laatste feit een gotspe, zoals ook door anderen in het artikel wordt verteld. Maar het is wel een gevolg van dynamieken waar meer vrouwelijke academici en ook minderheden (bijvoorbeeld wetenschappers met een migratieachtergrond) mee te maken krijgen.
Deze dynamieken zijn helaas een ongelukkig samenspel van factoren binnen universiteiten die de doorstroom naar invloedrijke hoogleraarsposities voor bepaalde groepen moeilijker maken dan voor andere groepen. En laat die doorgroei naar zo’n positie nou net enorm belangrijk zijn voor eventuele vervolgbeurzen en invloed hebben op wat voor onderzoeksrichtingen voorrang krijgen en op de aanstellingen van wetenschappelijk personeel en hun expertises. In het kort: die hoogleraarsposities zijn schaars, belangrijk en lijken minder vaak naar vrouwen te gaan, ongeacht hun grote wetenschappelijke en maatschappelijke inspanningen.
Mathilda-effect
Het benoemen van uitkomstenongelijkheid naar sekse of achtergrond – bijvoorbeeld wanneer vrouwelijke academici of academici van Marokkaans-Nederlandse achtergrond ondervertegenwoordigd zijn onder hoogleraren – schuurt en wekt altijd discussie op. Is dat immers niet een simpel gevolg van minder interesse, minder vaardigheden, minder verworvenheden, minder talent, enzovoort? Maar onderzoek laat al decennia zien dat die uitkomstenongelijkheid een gevolg is van kansenongelijkheid “aan de voorkant” van de academische wereld die lastig te tackelen blijkt.
Ook uit de Nederlandse wetenschap zijn er gegevens beschikbaar over kansenongelijkheid naar sekse. Daar waar de man-vrouwverdeling in het aantal promoties en universitair docenten meer gelijk verdeeld lijkt geworden, is het nog maar zeer de vraag of dit op den duur vertaalt naar hoogleraarschappen. Dynamieken zoals het Mathilda-effect – het werk van vrouwelijke wetenschappers wordt ondergewaardeerd ten opzichte van mannen – helpen daar niet aan mee.
De oorzaken hiervan zijn verborgen mechanismes die bepaalde groepen harder raken dan andere. Het is hier lastig vat op te krijgen, maar het Volkskrant-artikel noemt in ieder geval al één belangrijke: het ontbreken van sociale relaties die lobbyen voor iemands onderzoeksagenda of promotie naar hoogleraarschap, of die iemand aan- in plaats van ontmoedigen om te solliciteren. Recente cijfers dat vrouwen minder vaak cum laude halen voor hun proefschrift is een teken aan de wand, want het zijn juist de sociale relaties in de vorm van begeleiders die zich hier hard voor zouden moeten maken.
‘Er is weinig tot geen grootschalige informatie over culturele achtergronden en kansenongelijkheid in de Nederlandse wetenschap’
Er is dus nog werk te verzetten wat betreft onderzoek over en oplossingen naar representatie in de academische wereld. En wat soms vergeten wordt is dat dit ook en misschien wel met name geldt voor academici van verschillende culturele achtergronden.
Er is weinig tot geen grootschalige informatie over culturele achtergronden en kansenongelijkheid in de Nederlandse wetenschap. Het maar simpelweg negeren van sekse, gender, of culturele achtergronden, zoals soms ook in de politiek wordt geopperd, omdat het een te complex construct is en niet goed meetbaar, of omdat het gaat om gevoelige informatie, of omdat dat het “er niet toe zou moeten doen”, zijn daarbij geen steekhoudende argumenten.
Old boys networks
Het politiek maken van diversiteitsdiscussies in de wetenschap met betrekking tot sekse, gender, of culturele achtergrond ondermijnt bovendien het beantwoorden van een belangrijke vraag: welke exacte mechanismes verklaren waarom bepaalde groepen nog steeds zo ondervertegenwoordigd zijn in invloedrijke academische posities?
Alleen met het antwoord op deze vraag kunnen we oplossingen implementeren die ervoor zorgen dat we minder voorbeelden zien van vrouwen die overduidelijk hoogleraar hadden moeten zijn maar logischerwijs het bijltje erbij neergooien. Dit is ook essentieel voor de Nederlandse wetenschap en haar functioneren, want diversity breeds innovation: diversiteit zorgt voor meer wetenschappelijke innovatie.
Laten we er dan ook voor zorgen dat personen die de diversiteit in de wetenschap bevorderen, en innovatieve wetenschap uitoefenen, gelijke kansen op invloedrijke wetenschappelijke carrières hebben. Het vergt scherpe uitgangspunten – bijvoorbeeld het kritisch onderzoeken van old boys networks in bepaalde velden of universiteiten – om erachter te komen hoe we dat kunnen bewerkstelligen. Hoeveel vrouwelijke wetenschappelijke supersterren (in spe) kunnen Nederlandse universiteiten zich veroorloven te verliezen?
Bas Hofstra is universitair docent aan de vakgroep sociologie aan de Radboud Universiteit.
Anja Geurts schreef op 5 september 2023 om 16:37
En doe dan ook een onderzoek naar de invloed van studentenverenigingen en disputen. Daar worden old boys netwerken voor het leven gesmeed. Maar daar krijgt men het niet voor elkaar om “intelligente” mannen, ze studeren tenslotte aan een universiteit (?) op een mensvriendelijke manier om te laten gaan met vrouwen. Over de kus bij het voetbal valt heel Spanje, over decenia lang vrouw minachtend/misbruikend/kleinerendgedrag van wat eens dé inteligentia van Nederland moet worden valt in Nederland geen mens. Er is verontwaardiging, weer een artikel in de krant, maar er wordt niet veroordeelt (omdat de vaders elkaar kennen?) Wie heeft deze zonen zo opgevoed? Mijns inziens heeft dit helemaal niets te maken met jeugdige onbezonnenheid, maar worden er strafbare feiten gepleegd. Als er aan die basis niets ten goede gaat veranderen, dan zal er nooit een oplossing voor dit probleem gevonden worden.
Paul Eigeman schreef op 5 september 2023 om 19:01
Hoeveel vrouwelijke medewerkers bij de plantsoenendienst kunnen we ons nog veroorloven te verliezen? O nee, het enige dat telt zijn banen als bestuurder, natuurlijk.
Danïel schreef op 6 september 2023 om 10:59
Goed argument Paul! https://nl.wikipedia.org/wiki/Whataboutism