Arrival
Als een film zowel in filmhuis LUX, als in de twee Vue’s en de megabioscoop CineMec draait, is dat meestal een goed teken. Want naast spektakel belooft het ook inhoud. Arrival maakt die belofte helemaal waar.
Wanneer twaalf buitenaardse schepen op aarde landen, wordt taalwetenschapper Louise Banks door het leger gerekruteerd om het eerste contact te leggen. Dat is op zichzelf al een originele invalshoek binnen het genre, waar normaal gesproken voornamelijk geknald wordt. Later passeren verschillende linguïstische theorieën de revue en lopen de internationale spanningen op. Zo executeert Rusland haar eigen taalwetenschappers en wil China de oorlog aan de buitenaardsen verklaren – het blijft immers een Amerikaanse film.
Maar het is wel dé Amerikaanse sciencefictionfilm van het jaar, van een Canadese maker wiens carrière minstens zo interessant is als Arrival zelf. Dennis Villeneuve debuteerde in 2010 met het gitzwarte drama Incendies, en werd meteen genomineerd voor een Oscar. Dat bracht hem naar Hollywood, waar hij met de thriller Prisoners in David Fincher’s voetsporen trad. Vervolgens maakte hij het compleet van de pot gerukte Enemy, om afgelopen jaar met Sicario een zenuwslopende actiefilm af te leveren. (Deze films horen stuk voor stuk ook bij de weektip, trouwens.)
Een linguïstische sciencefictionfilm is dus geen vreemde stap in kameleon Villeneuve zijn steengoede oeuvre. Dat laat alleen nog maar de vraag over waar je de film gaat zien. Voor de beste ervaring ga je naar CineMec in Lent, als je niet zonder popcorn kunt, wordt het Vue, en Lux is the place to be voor blutte studenten. Op maandag zie je Arrival daar namelijk voor maar vijf euro.