column

Doei!

17 jul 2016

Twee (oké, en een half) jaar onderzoeksmaster, plus een semester als ‘aanschuifstudent’ om die master in te mogen. Drieëntwintig maanden student-assistent, tijdens de master. Zes jaar promovenda, waarvan vijf jaar en twee maanden betaald. Zes jaar docent. Twee academische jaren Vox-columnist: vijfenveertig columns in totaal. We hebben dus meer dan zeven jaar een relatie, Radboud. Sinds januari 2008 kreeg ik maandelijks een loonstrookje van je, maar na die van augustus is het mooi geweest.

Ik heb kílometers in het bosje naast Spinoza gelopen. Liters van je koffie gedronken. Het Cultuurcafé twee keer zien verbouwen. Daar meer nacho’s en bitterballen gegeten dan me lief is. Honderden taaltaken afgenomen bij kleuters. Tien scripties begeleid. Tientallen studenten APA-richtlijnen en academische vaardigheden aangeleerd. (Miljarden keren ‘Dit betekend’ doorgestreept.) Vier jaar hangt mijn hoofd nu op de Universiteitsbibliotheek, om Open Science te promoten. (Eén snor is er op me getekend.) Luttele keren heb ik me ’s avonds, of juist onder werktijd, voor slechts een flesje rood en/of een cadeaubon ingezet voor een quiz of een jury of een praatje, of net wat. Dat vond ik allemaal leuk, Radboud, maar ik ben er nu wel een beetje klaar mee.

Ik schreef hier op Voxweb over het zwarte gat na het inleveren van mijn proefschrift, het leed dat solliciteren heet,  integriteit in de wetenschap, of jonge wetenschappers zich eigenlijk nog wel wetenschappers mogen noemen, over gesprekken met oudere wetenschappers, dat ik soms buschauffeur wil worden, over focus en mijn gebrek daaraan, over een echtpaar dat ik dagelijks zag op de St. Annastraat en over twee eenden die ik dagelijks in de Benedenstad zie. En dit is dan de laatste.

Vorig jaar kreeg mijn columnistencollega Sjors op de Vox-zomerborrel de bokaal voor de beste afscheidscolumn; ik die voor de eerlijkste column . ‘Tja’, zei Sjors, ‘Aan jouw prijs valt tenminste eer te behalen, ik was de enige die afscheid nam.’ Ik was ook wel trots, ook al wist ik wel dat iederéén een prijs kreeg. Maar eerlijk gezegd, wat mij betreft konden al deze columns nog wel wat eerlijker.

Er zijn namelijk zo enorm veel dingen die ik niet heb kunnen, mogen of willen zeggen, lieve mensen. Dit klinkt natuurlijk heel flauw, want wie A zegt moet ook B zeggen. Sorry. Maar jullie willen niet weten hoe vaak tegen me is gezegd (goedbedoeld hoor!) ‘Goh, goeie column, maar weet je wel zeker dat je dit online wil?’ Ik moest tenslotte nog een carrière versieren. ‘Tja, Merel, we weten allemaal van die misstanden, maar het hoort er nu eenmaal bij.’ Alsof ik een naïef tienermeisje met roze haar was.

Daarom neem ik het je ook allemaal niet kwalijk, Radboud. Jij kunt er ook niks aan doen dat het leven als jonge wetenschapper nou eenmaal niet over rozen gaat. Jij kunt er ook niks aan doen dat jonge wetenschappers massaal stóppen met de wetenschap. (…Of toch?)

Lieve Radboud, negen jaar waren we samen. Maar nu is mijn kantoor ingepakt, mijn boeken verhuizen naar Utrecht, waar ik F0R3V3R mag blijven.

Neem het niet persoonlijk, dat doe ik ook niet.

(En voor wie nog wil weten wat ik niet kon, mocht of wilde zeggen: spreek me vooral aan. Ik ben vaak in de buurt van die eenden te vinden.)

Tot die tijd: DOEI!

Lees alle columns van Merel van Goch

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!